Voor artikels over Erpe-Mere en Lede verwijzen we u voortaan graag door naar HLN.be

Laatste ‘Champetter’ van Mere blikt terug op carrièreMere - Ter gelegenheid van zijn 90ste verjaardag keken we met ‘champetter’ Robert Beirens eens terug op zijn carrière van 37 jaar bij de gemeentepolitie van Mere. “Ik kende nog iedereen en ging overal binnen”, vertelt hij.

Dat Robert bij de politie zou belanden, stond in de sterren geschreven. Zijn vader Frans was veldwachter in het zelfstandig Mere toen er een vacature open kwam voor politieagent. “Op dat moment was ik al vijf jaar aan de slag bij de Belgische Voetbalbond in Brussel, maar na een examen mocht ik in september 1951 bij mijn vader aan de slag als politieagent”, vertelt hij. Enkele jaren later stond Robert er na het pensioen van zijn vader enkele jaren alleen voor, maar al snel kreeg hij gezelschap van veldwachter Karel Verlaeckt. “Een heel mooie periode waarbij ik vaak de baan op was om brieven rond te dragen, de honden te tellen en de landbouwgewassen te registreren. Ik wist iedereen wonen, kende iedereen en kwam overal meerdere keren per jaar binnen.” Het respect, de vriendschap en de dankbaarheid waren toen groot. “Ik hielp mensen zodat ze minder belastingen moesten betalen en zij zorgden er voor dat ik nooit dorst kreeg”, lacht de man. “Diefstallen en inbraken waren heel erg zeldzaam en een verkeersongeval hadden we ook niet elke week.” Echt in de schijnwerpers treden, deed Robert als champetter niet. “Ik was niet uitzonderlijk streng, maar kinderen wegjagen aan de gevaarlijke molenbeek deed ik wel geregeld.” Samen met het gemeentepersoneel was het ook vaak gezellig. “Geregeld staken we vanuit het gemeentehuis de Nieuwstraat over om in het café - waar nu Bierbuik is - iets te drinken. Met de ramen van het gemeentehuis open, was de telefoon hoorbaar.” De grote verandering kwam er met de gemeentefusie van 1976. “Plots waren we met zes en kwam er een commissaris waardoor het losse verdween.” Van alle politiemensen die de fusie tot Erpe-Mere meemaakten is Robert Beirens vandaag de enige die nog leeft. Mooiste herinnering heeft hij aan de Touroverwinning van dorpsgenoot Lucien Van Impe en de daaropvolgende overrompeling van Mere. De politie, bijgestaan door de rijkswacht, kon alleen laten begaan. “Het café van vader Van Impe was schuin over mijn deur en net als iedereen leefde ik toen geweldig mee. Het was een prachtige periode.” En dat vindt hij ook vandaag ook over zijn carrière die in 1988 eindigde. “Ik zou het meteen opnieuw doen, maar wel in dezelfde periode”, besluit hij.

;